Hoe praat je met je kind over de oorlog tussen Rusland en Oekraïne
Tot groot verdriet zijn Rusland en Oekraïne in oorlog. Kinderen vangen hier veel over op, thuis, in de klas, op televisie of op sociale media. Ze denken er veel aan. Beelden die zij zien maken grote indruk op ze. Het kan dus dat je kind hier vragen over heeft. Maar hoe praat je hierover? In dit artikel geven we tips om dit heftige onderwerp samen te bespreken én geven we jou als ouder meer inzicht in hoe kinderen dit ervaren en beleven.
Ieder kind heeft zijn of haar eigen emoties bij deze gebeurtenis. Boosheid, verdriet en angst zijn van die emoties die je bij de kinderen vaak tegenkomt. Maar ook strijdvaardigheid en hulp willen bieden zien we veel. Kinderen identificeren zich makkelijk met andere kinderen en stellen zich voor hoe het zou zijn als het bij hen zou gebeuren. In alle gevallen is het goed om over de oorlog te praten, maar hoe pak je dat dan aan? Het belangrijkste is om vragen te stellen en te luisteren naar je kind.
Afhankelijk van de leeftijd van de kinderen kunnen er verschillende behoeftes zijn. Tot de leeftijd van 7 jaar lopen fantasie en werkelijkheid vaak nog door elkaar heen. Kinderen leven heel erg in gedachtes en kunnen die gedachtes dan ook makkelijk even loslaten of aanpassen in hun hoofd. Respecteer het ook wanneer een kind van die leeftijd vraagt om het even niet over de oorlog te hebben, bv wanneer het jongste kind in een groep of in het gezin te veel informatie krijgt.
Vanaf 7 jaar worden kinderen steeds gevoeliger voor de realiteit en kunnen er ook angsten ontstaan. Ook vinden kinderen in die leeftijd het vaak erg spannend en willen ze er veel over weten. Vanaf 12 jaar willen kinderen steeds meer weten en ook meedenken over hoe iets ontstaat en hoe iets op te lossen is. Open gesprekken en discussies kunnen dan helpen.
Het NJI (Nederlands Jeugdinstituut) heeft 5 tips opgesteld die je kunnen helpen bij het gesprek met kinderen erover:
1. Kijk, luister en stel vragen
Kijk goed naar je kind: zie je aan het gedrag, het lichaam of de houding dat je kind zich zorgen maakt? Gedrag en de lichaamshouding zeggen namelijk meer dan duizend woorden. Het gedrag van een kind kan laten zien dat er vragen of emoties zijn waar het de woorden niet voor kan vinden. Bespreek dit en stel hier open vragen over. Is je kind stiller of meer terughoudend dan normaal? Vraag dan bijvoorbeeld: ‘ik merk dat je wat stiller bent, wil je me vertellen waar je aan denkt?’.
2. Geef eerlijk antwoord
Wees eerlijk zonder je kind bang te maken. Heeft een kind zorgen? Geef aan dat je die zorgen begrijpt. Zeg niet dat er niets aan de hand is, maar probeer hem of haar gerust te stellen. Dit doe je bijvoorbeeld door te vertellen dat Oekraïne hier ver vandaan is en er hier dus niet gevochten wordt. Geef antwoord op de vragen voor zover dat lukt. Je hoeft niet alle antwoorden te hebben. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik weet het ook niet, maar gelukkig zijn er hele slimme mensen die dit nu gaan aanpakken.’ Zo'n soort antwoord kan al veel rust geven. Als je kind iets wilt weten over de situatie kan je ook vragen wat hij of zij denkt. Er samen hardop over nadenken kan voldoende antwoord geven voor (heel) jonge kinderen.
3. Houd je antwoord kort
Blijf met je antwoord zo dicht mogelijk bij de vraag van je kind. Zorg dat je niet te veel extra informatie toevoegt. En zorg dat je antwoord past bij de leeftijd en het karakter van je kind. Door te vragen wat hij of zij al weet kan jij jouw antwoord aanpassen en gebruik maken van de woorden die je kind gebruikt. Vraag na je uitleg of jouw antwoord voldoende is. Bijvoorbeeld: 'Heb je daar nog meer vragen over?' Sluit het gesprek af met een opmerking als: 'We kunnen er altijd nog een keer verder over praten', zodat je kind weet dat het altijd bij jou terug mag komen met vragen.
4. Blijf erover praten
De situatie verandert snel. De vragen en zorgen van kinderen daardoor misschien ook. Blijf daarom in gesprek, zodat je weet wat er in je kind omgaat en blijf antwoord geven op de vragen die er ontstaan.
5. Let op meeluisteren en kijken
Kinderen luisteren vaak automatisch mee met gesprekken tussen volwassenen. Wees je hiervan bewust wanneer je in gesprek erover bent met anderen. Zorg ervoor dat je niet jouw zorgen overbrengt op je kinderen. Zorgen van volwassenen zijn van een heel ander niveau dan die van kinderen en dat moet zo blijven.
Tenslotte vanuit Kindergarden nog een paar extra tips:
Blijf een betrouwbare gesprekspartner
Zeg nooit dat het hier in Nederland niet kan gebeuren, want dat kunnen we helaas niet waarmaken en dan raakt een kind het vertrouwen kwijt in jou als volwassene als het wel gebeurt. Steven Pont (ontwikkelingspsycholoog) geeft als advies te praten in kansen en dat de kans klein is dat het hier ook gebeurt.
Sta stil bij de lichtpuntjes
Lichtpuntjes zijn belangrijk, dat geeft hoop en perspectief. Praat samen over organisaties die goede dingen doen voor de mensen in de oorlogsgebieden. Oorlog is niet mooi, maar er gebeuren wel kleine mooie dingen; de eensgezindheid in Europa, de hulpacties, huisdieren die mee mogen naar een opvangplek. Die lichtpuntjes zorgen voor hoop op een goede afloop.
Maak zelf een plan om te helpen
Bedenk samen wat je zou kunnen doen om te helpen. Zorgen en verdriet omzetten in iets doen voor een ander, kan helpen en positieve energie geven. Daarnaast zorgt samenwerken voor het ontwikkelen van (zelf)vertrouwen.
Vind een kinderopvang van Kindergarden bij jou in de buurt
Misschien ook interessant voor jou...
-